Beleidsplan 2024 - 2029
Beleidsplan 2024 - 2029
PKN GEMEENTE SCHERPENZEEL-MUNNEKEBUREN e.o.
Met open handen, een ontvankelijk hart en opmerkzame ogen Scherpenzeel - Munnekeburen
juli 2024 Inhoudsopgave Woord vooraf 3 Inleiding 4 Wat zijn onze bronnen van geloof, wat inspireert ons, wat geeft ons energie? 5 Wat is onze relatie met de omgeving, wat is de toegevoegde waarde? 5 Wat is de rol van de kerk in de maatschappij? 5 Wat voor kerk zijn wij? 6 Hoe zien we de toekomst? 7 Resultaten SWOT analyse 7 Wat voor kerk willen we zijn? 8 Wat willen we bereiken? 8 Waar gaan we aan werken? Wat gaan we doen? 8 Ouderenbeleid 9 Jongerenbeleid 9 Vrijwilligersbeleid 10 Eredienst 11 Heilig Avondmaal 11 Dopen 12 Belijdenis 12 Inzegening van verbintenissen 12 Kerkenraad 13 Pastoraat 14 Diaconaat 15 Zending en Evangelisatie 15 Vorming en toerusting 15 Kerkrentmeesters 16 Onderhoud gebouwen 16 Verjaardagsfonds 16 Begraafplaatsen 16 Ledenadministratie 17 Verzekeringen 17 Communicatie 17 Archivering 17 Financiën 18 Uitwerking toekomstscenario’s 19 Woord vooraf Wat zijn de bronnen van ons kerkelijk leven? Of, anders gezegd, wat inspireert ons en houdt ons gaande? Voor veel gemeenteleden speelt het geloof een belangrijke rol, zeker wanneer er een ingrijpende levensgebeurtenis plaatsvindt. In de kerkdiensten word je geloof gevoed, en je ontmoet er medegelovigen. Het omzien naar elkaar is een belangrijke dragende kracht. Wat is hiervan wezenlijk? Wij verlangen in de kerk God en elkaar te ontmoeten. Dit verlangen zet ons in beweging; we worden genodigd tot vertrouwen, je toevertrouwen, of sterker nog, je over te geven aan de Eeuwige. Dit is een geestelijke weg, waarop je geloof zich steeds verder kan verdiepen. Het vraagt om ontvankelijkheid en waakzaamheid. Het zorgt ook dat wij deel krijgen aan Gods zorg voor alles wat leeft. Maar we gaan niet op eigen kracht aan de slag; onze kracht is immers beperkt en onze energie is eindig. Wij mogen ons toevertrouwen aan de kracht van God die in onze zwakheid sterk is (2 Korintiërs.12:9). Daartoe luisteren we naar Gods Woord, en oefenen ons in stilte en gebed. Zo kan Gods Geest ons steeds meer van binnenuit gaan bewegen en inspireren. De ontmoeting met God is de bron van ons kerkelijk leven. Deze ontmoeting zorgt voor bezieling. Het is ook belangrijk om voor deze ontmoeting op beleidsniveau ruimte te maken. Zo kunnen we met open handen, een ontvankelijk hart en opmerkzame ogen een levende en vitale gemeente zijn voor mensen op zoek naar God en naar zichzelf. Een gemeenschap van mensen die elkaar aanvaarden in Jezus’ naam, en voor elkaar instaan. Esther Pierik Pastor / Kerkelijk werker Inleiding Voor u ligt het beleidsplan 2024-2029 van de PKN-Gemeente Scherpenzeel-Munnekeburen e.o. Als Protestantse Gemeente Scherpenzeel-Munnekeburen e.o. maken wij deel uit van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en daarmee van de wereldwijde Kerk. Een kernpunt hiervan is dat de Kerk niet van ons is, maar van Christus. We worden aangespoord door Zijn Geest. De Bijbel vormt voor ons een bron van inspiratie en bemoedigt ons om open in de wereld te staan. In de gemeenten die behoren tot de Protestantse Kerk in Nederland is het gebruikelijk een notitie/plan te maken waarin duidelijk wordt waar de gemeente voor staat, wat zij de komende zes jaar van plan is en hoe zij dat wil bereiken. Het beleidsplan geeft het kader aan voor de begrotingen van het college van diakenen en het college van kerkrentmeesters. De begroting is een financiële vertaling van de plannen van de gemeente. De kerkenraad, het college van kerkrentmeesters en diakenen zijn verantwoordelijk voor het beleid. In de kerkorde staat dat het de taak is van de kerkenraad om een beleidsplan vast te stellen. Een recent beleidsplan is één van de voorwaarden om de ANBI status te krijgen en te behouden, waardoor het mogelijk is giften aan de kerk van de belasting af te trekken. Het beleidsplan geeft de grote lijnen aan, de details (bijvoorbeeld de taakomschrijvingen van de ambtsdragers) worden vermeld in de plaatselijke regeling 2024-2029. Wat zijn nu de voordelen van een beleidsplan:
Het beleidsplan is gemaakt door een daarvoor in het leven geroepen werkgroep. De gemeenteleden hebben tijdens een drietal gemeenteavonden de werkgroep van informatie voorzien en hebben kunnen reageren op de inhoud van het beleidsplan. Sommige onderwerpen zijn in aparte groepjes met betrokkenen besproken zoals pastoraat, kerkgebouwen, financiën, eredienst, en dergelijke. Wat zijn onze bronnen van geloof, wat inspireert ons, wat geeft ons energie? Vanuit de gemeente kwamen de volgende opmerkingen: De zondagse eredienst is onlosmakelijk verbonden met de zondag, een zondag zonder kerkdienst is eigenlijk geen zondag. Je ontmoet er de mensen die je (nog niet) kent, maakt een praatje, je voelt je betrokken bij de gemeente. Tijdens de kerkdienst wordt je geloof gevoed door het luisteren naar een preek die je aan het denken zet of je raakt, het samen zingen, het bidden en het ontvangen van de zegen. Bij de meeste gemeenteleden speelt het geloof een belangrijke rol wanneer er een ingrijpende gebeurtenis heeft plaatsgevonden, zoals een geboorte van een kind, een ernstige ziekte, het overlijden van een geliefde. Dit kan zowel een positief als een negatief effect hebben op je geloofsbeleving. Veel mensen werken als vrijwilliger actief mee in onze gemeente omdat ze vinden dat ze een steentje moeten bijdragen aan het in stand houden van de geloofsgemeenschap, omdat het fijn is om ergens bij te horen en omdat het kan veel voldoening kan geven. De bijzondere diensten zoals de opstartzondag of de eeuwigheidszondag inspireren het meest, maar ook nevenactiviteiten zoals de kerstmarkt, de bijbelquiz of het Tsjerkepaad worden als waardevol ervaren. Wat is onze relatie met de omgeving, wat is onze toegevoegde waarde? We zijn een open en hechte gemeenschap, we geven ieder de ruimte om het geloof op zijn/haar eigen manier te beleven. We zijn loyaal, betrokken en kijken naar elkaar om. We verzorgen koffiedrinken en soepbijeenkomsten voor dorpsgenoten. Verder sturen we kaarten naar mensen die ziek zijn of een opkikkertje nodig hebben. We sturen ook kaarten naar gevangenen en geven met elkaar voedselpakketten voor de voedselbank of Dorcas. We houden jaarlijks een openluchtdienst op de camping in het dorp waarvoor iedereen wordt uitgenodigd. Verder zijn we actief op sociale media zoals facebook en hebben we een actuele website. Ook zijn de banden aangehaald met de school en gaan we onderzoeken in hoeverre we samen dingen kunnen organiseren. Wel zijn er veel regeltjes en is er veel bureaucratie, met name afkomstig van de landelijke PKN. Hierdoor verdrinkt onze kleine gemeente in de complexe regelgeving. De relatie met de omgeving is diffuus, de mensen waarderen het dat ze uitgenodigd worden voor de eeuwigheidszondag waarin plaats is voor het herdenken van hun geliefden of ze nu wel of niet lid zijn van de kerkelijke gemeente. Ook verschillende activiteiten zoals de kerstmarkt, het huis aan huis verspreiden van het Kerstkruispunt en de potgrondactie worden gewaardeerd. Veel mensen hebben echter nog negatieve ervaringen uit het verleden waardoor ze zijn afgehaakt en niet zijn meegegroeid met de ontwikkelingen in de kerk van de afgelopen jaren. Veel mensen denken dat het in de kerk nog net zo is als toen zij de kerk verlieten. Wat is de rol van de kerk in maatschappij? Het is een positieve verandering dat de kerk meer naar buiten gericht is/wordt. Onze kerk staat meer in de maatschappij, neemt stelling tegen onrecht, sluit mensen niet uit, neemt een standpunt in bij klimaatverandering. Er is geen onderscheid tussen mannen en vrouwen en ook de maatschappelijke positie van iemand is niet belangrijk. De binding met de kerk is wel veel losser geworden, je gaat bewust naar de kerk omdat je het zelf wilt, niet omdat de familie dat van je eist of omdat anders de buren daar wat van vinden. Ook de invloed van de christelijke politieke partijen wordt steeds minder. De kerk geeft een basis aan je leven, iets waarop je altijd terug kunt vallen. Het kan je ondersteunen, het geeft rijkdom en het geeft richting. De kerk is de bron voor de geloofsbeleving, je kunt samen zingen, luisteren naar een verkondiging. Je doet er sociale contacten op en je voelt je betrokken bij het dorp. Wanneer er geen kerken meer zouden zijn in Nederland zouden waarschijnlijk de meeste kerkgangers ieder voor zich voor de tv of tablet zitten. Misschien zouden er wel weer nieuwe groepen ontstaan die iets zouden organiseren. We zouden minder naar elkaar omkijken, minder aan goede doelen geven. Er zou minder oog zijn voor klein plaatselijk leed en minder tegengeluid. Om te overleven moeten we vooral naar mensen toegaan en activiteiten organiseren voor het dorp in bijvoorbeeld de kerk. De hedendaagse mens is op zoek naar een beleving, op zoek naar zingeving, misschien kunnen we iets in die richting voor het dorp betekenen. We moeten er wel voor zorgen om niet in het oude te blijven hangen, want dan groeien we niet mee met wat er in de maatschappij aan de orde is. Wanneer deze kerk haar deuren zou sluiten is de kans groot dat onze gemeenschap uit elkaar valt, het samenzijn, de betrokkenheid naar elkaar zal dan grotendeels wegvallen. Je ziet of spreekt elkaar niet meer. Wanneer het gebouw zijn functie zou verliezen zouden er geen begrafenissen meer vanuit de kerk kunnen plaatsvinden, het levende hart wordt uit het dorp gehaald. Wat voor kerk zijn wij? Wij zijn een kleine agrarische plattelandsgemeente in het zuidwesten van Friesland op de grens met Overijssel en Flevoland. Wij vallen onder de classis Fryslân. Onze gemeente maakt uit van de Groote Veenpolder. Het is een prachtig gebied met veelal nog een authentiek karakter. Het gebied bestaat uit uitgestrekte veenpolders, sloten, vaarten, petgaten, sluisjes en moerassen met een bijzondere flora en fauna. In de Groote Veenpolder ligt het unieke natuurgebied, de Rottige Meente. Dit natuur-reservaat is een uitloper van het veel grotere natuurreservaat de Weerribben in Overijssel. Vroeger werd hier veel armoede geleden door de veenarbeiders die turf staken onder erbarmelijke omstandigheden. De gemeente kent nu (juli 2024) 139 leden en 67 belijdende leden, en 72 doopleden. Ook zijn er 45 ‘meegeregistreerden’ of vrienden van de kerk. Voor de komende jaren wordt een verdere daling verwacht van ongeveer 5%. Dit komt vooral door het overlijden van oudere gemeenteleden en het verhuizen van ouderen wanneer ze niet meer zelfstandig kunnen wonen. Het aandeel jongeren en jonge gezinnen blijft beperkt. Kijkend naar de ontwikkeling van het ledental en de leeftijdsopbouw zien we dat door mutaties (geboorten, verhuizingen, overlijden) het totaal aantal gemeenteleden sinds 2010 tot 47% is afgenomen. De krimp in onze gemeente is (in cijfers) dus fors. figuur 1 Met die vergrijzing hangt samen dat het steeds moeilijker wordt gemeenteleden voor bestuursfuncties te werven. De zondagse diensten worden (2024) door circa 20 tot 25 kerkgangers bezocht. De kerkelijk werker is in dienst voor 0,4 fte. Hoe zien we de toekomst? In de hedendaagse samenleving voltrekken zich grote veranderingen op het gebied van individualisering, informatisering en globalisering. Ook de komst van het coronavirus heeft onze wereld en dus ook de kerk door elkaar geschud. De belangrijkste veranderingen zijn: - van een collectieve naar een individuele overtuiging; - van traditie naar keuze; - van geloofsovertuiging naar geloofservaring en gevoel; - van woord naar gedrag, van ‘recht in de leer’ naar ‘wat doe jij’; - van een wekelijkse kerkgang naar een persoonlijke keuze; - toegenomen digitalisering waardoor je thuis uit een groot aantal kerkdiensten kunt kiezen. Ondanks de krimp van het aantal gelovigen, is er echter in de samenleving een grote vraag naar zingeving en verdieping rondom de levensvragen van vandaag. In deze maatschappij is aangesloten zijn bij een kerk een optie naast vele andere mogelijkheden. In de zoektocht naar goede en betrouwbare antwoorden op die vragen, zou onze kerk wellicht een belangrijke rol kunnen spelen en zo een bijdrage kunnen leveren aan het religieus besef van mensen. Resultaten SWOT-analyse In 2017/2018 hebben we een sterkte/zwakte analyse een zogenaamde SWOT-analyse uitgevoerd. De afkorting staat voor Strength (sterkte), Weakness (zwakte), Opportunities (mogelijkheden) en Threats (bedreigingen). De uitkomsten van deze SWOT-analyse zijn nog steeds van toepassing. Waar zijn we goed in, wat zijn onze sterke punten? 1. als kleine gemeente hebben we nog steeds iedere zondag een dienst 2. er is een grote onderlinge betrokkenheid 3. gastvrijheid 4. meeleven 5. sfeervolle ingetogen diensten 6. relatief veel vrijwilligers voor incidentele klussen 7. ruimte voor verschillende geloofsovertuigingen 8. onze inspiratie: geloof-hoop-liefde en vertrouwen: de kerk is niet van de mensen maar van God. Waar hebben we moeite mee? 1. met het betrekken van jongeren in de kerk 2. met het vinden van mensen voor (bestuurlijke) functies 3. de gemiddelde leeftijd van de kerkgangers is hoog Wat voor kerk willen we zijn? Als kerkgemeenschap zijn wij niet alleen gericht op onze eigen kring maar hebben wij ook oog en belangstelling voor eigen dorp(en) en samenleving. Onze gemeente wil een levende en vitale gemeente zijn, met open handen, een ontvankelijke hart en opmerkzame ogen. Omzien naar elkaar is een belangrijke pijler, we vertrouwen elkaar en iedereen mag zijn wie hij/zij is. Een plek voor gelovigen en ongelovigen, voor twijfelaars en zoekers. Voor mensen op zoek naar God en zichzelf. Waar ruimte is voor een persoonlijke invulling van het geloof van de gemeenteleden, zonder dat anderen daar over oordelen. Wij geloven dat het onze opdracht is om de helpende hand te bieden aan een ieder die dat nodig heeft. Wat willen we bereiken? De wekelijkse kerkdiensten vormen een belangrijke inspiratiebron voor ons, zodat wij in ons dagelijks leven de verbinding zoeken met de ander in geloof, hoop en liefde. 1. verbinding zoeken met het dorp, 2. culturele activiteiten met en in de kerk, zoals Tsjerkepaad 3. de geschiedenis van de kerk in het dorp breed belichten 4. zichtbaarheid vergroten 5. optimaal gebruik van sociale media 6. samenwerken met buurgemeenten 7. aandacht voor zingevingsvraagstukken in brede zin Waar gaan we aan werken / wat gaan we doen? Ad 1 We zoeken verbinding met het dorp door: - het organiseren van het maandelijks koffie drinken, en samen soep eten in de kerk, - het organiseren van de kerstmarkt in de kerk - door de kerk ter beschikking te stellen voor de kerstsamenzang - het jaarlijks organiseren van een openluchtdienst op de camping - contacten te leggen met de Jeugdcommissie (JC), de dorpskerkenbeweging, plaatselijk belang en de werkgroep communicatie van ‘De Groote Veenpolder (dg) samen vooruit’ om elkaar te informeren welke activiteiten er in Scherpenzeel en Munnekeburen spelen en bij welke activiteiten we de verbinding kunnen leggen tussen de dorpen en de kerk. - samen met plaatselijk belang te inventariseren welke maatschappelijke thema’s van belang zijn met name op het terrein van de ouderen. Ad 2 Culturele activiteiten met en in de kerk: - We doen mee aan het jaarlijkse Tsjerkepaad inclusief open monumentendag; - We willen onderzoeken of het mogelijk is om muziekavonden/middagen in de kerk te organiseren met musici. Ad 3 De geschiedenis van de kerk breed belichten - Opstellen van een boekje met de geschiedenis van de kerk in Scherpenzeel. Ad 4 Zichtbaarheid vergroten door: - het inrichten van een minibieb, met daarin het Kruispunt, boekjes, een overdenking, gedichten, e.d. - een informatiebord op te stellen bij de begraafplaats Spanga met verwijzing naar de kerk in Scherpenzeel - het samenstellen van een folder/flyer over de kerk voor bezoekers (Tsjerkepaad, culturele activiteiten, betekenis van de steentjes, aansteken van een waxinelichtje, en dergelijke) Ad 5 Optimaal gebruik van sociale media - We zorgen ervoor dat de website up-to-date is en dat interessante wederwaardigheden op facebook worden geplaatst. Ad 6 Samenwerken met buurgemeenten - We organiseren minimaal een keer per jaar een bijeenkomst met onze buurgemeenten en maken daarin afspraken over het samen organiseren van activiteiten en andere vormen van samenwerken. Ad 7 Meer aandacht voor zingevingsvraagstukken in brede zin: - We willen starten met een oriëntatie op en een peiling naar de behoefte onder jonge gezinnen aan contacten met de kerk. We doen dit aan de hand van een interviews, facebook, en dergelijke. - In contact met Plaatselijk Belang willen we een avond organiseren in het Polderhuis rond rouwverwerking. De doelgroep van deze avond zijn de dorpsbewoners. Ouderenbeleid: Onze gemeente vergrijst steeds meer. In 2015 was nog 17% van de gemeenteleden boven de 70 jaar. In 2024 is dat opgelopen tot 20%. In de zes dorpen van onze gemeente zijn geen voorzieningen voor ouderen, wanneer het niet meer mogelijk is om zelfstandig te wonen vertrekken de meeste ouderen noodgedwongen naar Wolvega. Oudere gemeenteleden van boven de 70 jaar krijgen op verzoek bezoek van de kerkelijk werker en de zondag na hun verjaardag de bloemen uit de kerk, die door de ouderling of diaken worden gebracht. Ook krijgen ouderen boven de 70 jaar jaarlijks met kerst een attentie aangeboden. Ouderen vanaf 75 jaar worden daarnaast nog één keer per jaar bezocht door vrijwilligers van de bezoekersgroep. Jongerenbeleid De contacten tussen de school en de kerk zijn gelegd. Jaarlijks vindt in september een startgesprek plaats met de identiteitscommissie van de school. In dit gesprek komen de ideeën en lopende activiteiten voor het nieuwe cursusjaar aan de orde. Tussentijds heeft de voorzitter van de kerkenraad met de directeur van de basisschool contact over de planning van de verschillende activiteiten. Activiteiten zijn onder andere: excursies naar de kerk, de kerstkaartenactie voor ouderen in de Groote Veenpolder, expositie tijdens het Tsjerkepaad. Vrijwilligersbeleid Ondanks de merkbare teruggang van het kerkelijk leven en het feit dat het steeds lastiger wordt om vrijwilligers te krijgen, is de kerk nog steeds de grootste ‘vrijwilligersorganisatie’ van het land. Kerkleden zijn actiever in vrijwilligerswerk dan niet-kerkleden (CBS). Met groot enthousiasme en soms met taaie volharding nemen velen deel aan het kerkenwerk. Jaarlijks zetten zo’n 60 vrijwilligers zich actief in voor onze gemeente. Zonder hun inzet komt het voortbestaan van de gemeente in gevaar. De animo voor vrijwilligerswerk in ons land en ook in onze gemeente neemt echter af door met name de volgende maatschappelijke ontwikkelingen: • Ontgroening. Steeds minder jongeren doen vrijwilligerswerk, waardoor het percentage van ouderen dat vrijwilligerswerk doet steeds groter wordt. • Jongeren doen korter vrijwilligerswerk dan ouderen. • Mensen zijn steeds drukker en dat is ook te zien in de vrijwilligershouding. • Vrijwilligerswerk kan bijdragen aan werkdruk en stress. • Mensen kiezen steeds meer zelf voor het soort vrijwilligerswerk dat ze willen doen. Wanneer zij er niet direct persoonlijke motieven voor hebben, zeggen zij steeds vaker nee. Waarom zetten mensen zich in onze gemeente in als vrijwilliger? We hebben een aantal vrijwilligers gevraagd naar hun motivatie: – je komt in contact met mensen; – het geeft meer betrokkenheid en je hoort ergens bij; – je draagt je steentje bij aan het in stand houden van de geloofsgemeenschap; – omdat het leuk is; – het is je verantwoordelijkheid; – niet iedereen hoeft op de voorgrond, maar ook op de achtergrond is genoeg te doen; – omdat ik dat in mijn opvoeding heb meegekregen; – het is vanzelfsprekend, het zit gewoon in je; – het geeft voldoening; – het vele werk moet toch gebeuren. Wat is onze strategie? Onderzoek wijst uit dat veel van mensen vragen en weinig bieden geen toekomst heeft en dat men over het algemeen niet erg op resultaat en uitkomst is gericht. De vrijwilliger steekt tijd en energie in iets wat haar of hem wat oplevert en de gemeente wil dat daar resultaten uitkomen die voor de organisatie van vitaal belang zijn. De volgende principes zijn hierbij van belang: 1. Vrijwilligers krijgen de ruimte om zichzelf te zijn; 2. Vrijwilligers hebben respect voor elkaar en werken effectief samen; 3. Het aanwezige talent in de gemeente wordt efficiënt ingezet en ontwikkeld. Hoe gaan we het vrijwilligersbeleid evalueren? Jaarlijks wordt zowel in de kerkenraadsvergadering als ook in het College van Kerkrentmeesters een evaluatie gehouden met de leden van de vergadering. Ook kunnen mensen die substantieel tijd besteden aan het kerkenwerk hierbij betrokken worden. Hierbij kunnen de volgende vragen worden gesteld: Hoe gaat het met je? Kun je genoeg tijd besteden aan de taak die je hebt gekregen? Vallen er dingen tegen, waar loop je tegen aan? Heb je ondersteuning nodig etc. Wanneer betalen we een vrijwilligersvergoeding? Omdat wij een organisatie zijn met een ANBI status is het mogelijk om in incidentele gevallen een vrijwilliger jaarlijks een vrijwilligersbijdrage te betalen. De hoogte van het bedrag wordt wettelijk vastgesteld. Het College van kerkrentmeesters is bereid een vrijwilligersvergoeding te betalen aan degenen die werkzaamheden verrichten die in eerste instantie werden betaald of werden uitbesteed, zoals de taken van de koster en de administratie van de kerk. Tevens vallen hieronder ook de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd ten dienste van een aparte stichting (of een voorgenomen besluit voor het oprichten van een stichting) zoals de begraafplaatsen. Andere werkzaamheden komen in principe niet in aanmerking voor een vrijwilligersvergoeding tenzij hier een apart besluit over wordt genomen door het College die hiervoor instemming vraagt aan de kerkenraad. Ambtsdragers komen niet in aanmerking voor een vrijwilligersvergoeding. Hoewel er geen formele regel op papier staat, is er wel een uitspraak uit de geschiedenis van onze kerk (uitspraak van de Generale commissie voor het opzicht in de Hervormde Kerk uit 1995, nr. 23), die zegt dat een dergelijke vergoeding in strijd is met de (geest van de) kerkorde. Eredienst De eredienst betekent over de drempel gaan van Gods huis. Daar zingen, bidden, luisteren, stil zijn. Daar horen wij het woord van God, wij komen samen als gemeente ter ere van God. Het doel van de eredienst is God en elkaar ontmoeten. Een plek om je op te laden. Een eredienst is geslaagd als je naar huis gaat met iets waardoor je geraakt bent. Een lied, een gebed, iets uit de preek. In een eredienst is rust en eerbied belangrijk. Bemoedigd worden. Een eredienst moet tenminste bestaan uit de volgende elementen: Stilte, bemoediging, groet, zingen, bidden, bijbel lezen, zegen. Zoals de eredienst nu wordt gehouden zijn wij tevreden. Een volle kerk zou prachtig zijn. Jongeren/ kinderen bezoeken zelden een dienst. Erg jammer. Als Bijbelvertaling wordt de NBV21 gebruikt. De te zingen liederen komen hoofdzakelijk uit het liedboek (2013). Soms staat er lied uit een andere bundel in de liturgie. De liedkeuze wordt bepaald door de voorganger. De organisten hebben wel eens onderling overleg. Altijd wel overleg met de voorganger. Tijdens advent en de 40-dagentijd volgen we meestal een project, het is de bedoeling dat de gastpredikant hier ook aan meewerkt. Heilig Avondmaal Het Heilig Avondmaal is een bijzondere maaltijd, met een heel bijzondere betekenis en werking. In onze gemeente vieren wij het Heilig Avondmaal tenminste viermaal per jaar, Het Heilig Avondmaal wordt gevierd in januari, op Witte Donderdag, in juni en in oktober. Wanneer mensen niet in staat zijn om naar de viering van het sacrament in de eredienst te komen, kan het ook gevierd worden in bijvoorbeeld, zieken- en verpleeghuizen of in de huiselijke kring. Iedereen - zowel doop- als belijdende leden, als ook kinderen en de leden van andere kerken (voor zover zij in hun eigen kerk ook aan het avondmaal gaan)- die zich geroepen weet door de persoonlijke uitnodiging van Christus tot deelname aan het sacrament van het Heilig Avondmaal ontvangt de tekenen van brood en wijn. Dopen De doop is het teken dat van meet af aan bij de christelijke gemeente heeft gehoord. De doop is een sterk teken: het is een zichtbare handeling, waarmee iemand tot de gemeente van Christus toetreedt. De doop is een eenmalige handeling, de doop is niet voor herhaling vatbaar. De overgang van het oude leven naar het nieuwe leven is namelijk eenmalig. In onze gemeente praktiseren wij in principe de kinderdoop. Ouders worden uitgenodigd hun kinderen ten doop te houden. Zij kunnen er ook voor kiezen hun kind niet te dopen, maar op te dragen. Dat betekent dat ouders ervoor kiezen om hun kind in de gemeente te brengen en te laten delen in de beloften en woorden van God, in het verlangen dat hun kind op latere leeftijd gedoopt wil worden. Bij het opdragen wordt gebeden om een zegen over het leven van het kind en wordt het gezegend door het kind te zalven met olie. Voor ouders en familie is de doop een feestelijk gebeuren. Ook voor de gemeente is elke doopdienst bijzonder. Gemeente en familie vieren het wonder van het nieuwe leven dat in Christus geborgen mag zijn bij God. De doop is meer dan een gewoonte en meer dan een leuk ritueel. Het is een onteigeningsgebeuren: een kind wordt toevertrouwd aan God. Daarmee wordt gezegd dat het niet het bezit is van ouders/verzorgers. En: ouders/verzorgers worden gevraagd in te staan voor hun kind en hun geloof te belijden. Bij de bediening van de doop van kinderen kunnen belijdende leden en doopleden de doopvragen beantwoorden. De doopvragen worden beantwoord voordat tot de doop kan worden overgegaan. Belijdenis Tijdens de openbare geloofsbelijdenis belijdt het gemeentelid individueel en in gemeenschap met de gemeente het geloof in God de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Het beamen of ontvangen van het sacrament van de doop staat daarbij centraal. Gemeenteleden die nog niet eerder zijn gedoopt ontvangen bij de openbare geloofsbelijdenis de doop. Door het individuele beamen van de (te) ontvangen doop, het openbare belijden van het geloof treedt een gemeentelid tot de gemeente toe als belijdend lid. In onze gemeente vormt het afleggen van de openbare geloofsbelijdenis een voorwaarde om bevestigd te worden als ambtsdrager. Het afleggen van de openbare geloofsbelijdenis vindt plaats in het midden van de gemeente, in het bijzijn van de gemeenteleden. Het maakt deel uit van de geestelijke vorming van gemeenteleden, en wordt daarom voorafgegaan door een periode van voorbereiding. Tijdens die periode voert de kerkelijk werker meerdere gesprekken met het gemeentelid. In deze gesprekken komen onder andere de beweegredenen van een gemeentelid om de openbare belijdenis van het geloof af te leggen, en de inhoud van zijn of haar geloof aan bod. De periode biedt een mogelijkheid voor geestelijke ontwikkeling, door het voeren van een open gesprek over geloofsvragen. Inzegening van verbintenissen Het kerkelijk huwelijk is een bijzondere ceremonie waarbij de partners Gods zegen ontvangen over hun verbintenis. Het bijzondere van een inzegening in de kerk is dat persoonlijke inbreng voor deze ceremonie heel groot is. Het is een kerkdienst op maat. Inzegening van huwelijk tussen man en vrouw De inzegening van een huwelijk van man en vrouw als een verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht geschiedt in een kerkdienst. Voordat het huwelijk in de kerk kan worden ingezegend moet het huwelijk naar burgerlijk recht tot stand gekomen zijn. Eén van de partners dient ingeschreven te staan als lid van onze gemeente. Inzegening van andere levensverbintenissen Met de inwerkingtreding in 2004 van de nieuwe kerkorde behoort het zegenen van andere relaties dan een relatie tussen man en vrouw officieel tot de mogelijkheden binnen de Protestantse Kerk in Nederland. In het najaar van 2010 heeft de kerkenraad in onze gemeente een discussie gestart over dit onderwerp, met de vragen hoe de gemeente hier in staat en wat we wel of niet willen faciliteren. Gezien de resultaten van de in oktober 2010 gehouden enquête, de ontvangen brieven en gehoord hebbende de gemeente op de gemeenteavond van 18 november 2010 heeft de kerkenraad op 5 januari 2011 een besluit genomen over het inzegenen van andere levensverbintenissen. Hieronder verstaat de kerkenraad: verbintenissen tussen twee mensen van hetzelfde geslacht, samenwonenden en geregistreerd partnerschap. De kerkenraad heeft het principebesluit genomen dat zij positief staat ten aanzien van het (in)zegenen van andere levensverbintenissen in de kerk in Scherpenzeel met als voorwaarde dat één van de partners ingeschreven moet staan als lid van onze gemeente. Kerkenraad De kerkenraad is het hoogste besluitvormend orgaan binnen de plaatselijke kerkelijke gemeente en bestaat uit een kerkelijk werker, 4 diakenen en 4 ouderlingen. Op dit moment zijn niet alle functies vervult. De kerkenraad vergadert ca. 8 keer per jaar. In het moderamen, het dagelijks bestuur, dat bestaat uit de voorzitter van de kerkenraad, de scriba, de kerkelijk werker, de voorzitter van de diaconie en de secretaris van het college van kerkrentmeesters, worden de kerkenraadsvergaderingen voorbereid. De scriba stuurt de stukken en de agenda rond. Wanneer het moderamen de agenda heeft besproken en goedgekeurd stuurt de scriba de stukken naar de kerkenraad. De taken van de kerkenraad zijn: - de zorg voor de erediensten; - het leiding geven aan de opbouw en het in stand houden van de kerkelijke gemeente; - het opstellen, vaststellen en uitvoeren van het beleidsplan met een visie en een strategie voor de toekomst; - het opstellen, vaststellen en uitvoeren van de plaatselijke regeling; - de zorg voor de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente; - de zorg voor de samenwerking met andere gemeenten in de buurt; - het bespreken van zaken, het nemen van besluiten en het vaststellen van regelingen/documenten en bewaken van processen die van belang zijn voor het goed functioneren van de gemeente; - de zorg voor een heldere en duidelijke communicatie met de gemeente; - het zorgen voor een zo mogelijk jaarlijkse gemeenteavond; - het verrichten van alles wat met het reilen en zeilen van de gemeente te maken heeft. Voor het goed functioneren van de kerkenraad is het van belang dat de leden zich respectvol en verdraagzaam naar elkaar opstellen. Een goede samenwerking en met elkaar de schouders eronder zetten is in deze kleine gemeente met steeds meer vacatures essentieel. De scriba zet zich in om de stukken en de agenda tijdig te versturen zodat iedereen in de gelegenheid is om zich goed voor te bereiden waardoor de vergaderingen sneller kunnen verlopen. Bij complexe problemen of ingewikkelde besluitvorming dient de kerkenraad voldoende tijd te nemen om de consequenties zorgvuldig in kaart te brengen, de voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen en iedereen mee te nemen. Pastoraat Wij verstaan onder pastoraat een omzien naar elkaar, aandacht voor de ander. Het contact hebben met elkaar is belangrijk voor onze geloofsgemeenschap, maar ook daarbuiten ontstaan soms pastorale gesprekken, als de situatie zich voordoet. De verbinding met mensen en naastenliefde staan centraal. Samengevat het gaat om gesprekken van hart tot hart. Hoe kijken de mensen naar je, met andere woorden; wat zijn de verwachtingen? Vanuit welke rol werk je aan het pastoraat: als pastor, ouderling. Soms ontstaan gesprekken spontaan; veelal zijn de gesprekken niet sturend en gepland. Een belangrijk ijkpunt is wanneer de ander zegt: het was een fijn gesprek. Belangrijke voorwaarden voor een goed gesprek zijn:
We weten niet altijd of iedereen behoefte heeft aan een pastoraal gesprek, maar je kunt het altijd vragen. We streven ernaar om minstens 1 keer in de drie jaar aan de gemeenteleden te vragen tijdens het uitreiken van Kerkbalans of er behoefte is aan contact of een gesprek. We kiezen niet voor traditionele, verplichte gesprekken, zoals die vroeger plaatsvonden. We houden als gemeente de ogen en harten open naar de ander en we handelen situationeel. Soms krijg je in een pastoraal gesprek heel veel over je heen. Belangrijk is dan te weten wat je kunt doen en waar je raad/advies kunt vragen. Ook mentaal kan het zwaar zijn, voorgesteld wordt om iemand aan te wijzen waar je je hart kunt luchten. In de kerkenraad gaan we hierover in gesprek. De bezoekersgroep bezoekt nieuw-ingekomenen, gaan op ziekenbezoek en besteden aandacht aan geboorten. Eén keer per jaar komt de bezoekersgroep bij elkaar voor een evaluatie van het afgelopen jaar. Diaconaat Het diaconaat in onze gemeente betekent zorg voor mensen die kwetsbaar zijn of financiële problemen ondervinden, naast haar taak om mensen te verbinden. We zien onze taak op het niveau van onze kerkelijke gemeente in de Groote Veenpolder, dus dichtbij, maar ook op het niveau van provincie en het Werelddiaconaat. Dit betekent onder andere dat wij ons betrokken voelen bij Kerk in Actie, en ons ook veelal aansluiten bij landelijke acties in het kader van financiële ondersteuning. Activiteiten op lokaal niveau De kerkelijke gemeente is actief in de Groote Veenpolder; dit betekent dat vanuit de kerk diverse activiteiten worden georganiseerd door de diaconie zoals het koffiedrinken in de kerk en het organiseren van de soepmaaltijd. Ook heeft de diaconie een post opgenomen ten behoeve van maatschappelijk werk: incidentele financiële ondersteuning van mensen. Speciale aandacht is er voor de ouderen, maar ook voor de agrariërs die problemen ondervinden. Vanuit de gedachte van de Dorpskerkenbeweging zien we de kerk als een centrale plaats in het dorp voor alle inwoners van de dorpen Scherpenzeel, Munnekeburen, e.o. Daarnaast ondersteunt de diaconie ook bepaalde activiteiten in de gemeente Weststellingwerf zoals de Voedselbank. De lijntjes zijn kort binnen de diaconie. Als de nood aan de man is, wordt er snel gereageerd, zowel op lokaal niveau als op grotere schaal, bijvoorbeeld in geval van rampen. Diaconaal werk binnen het verband met de kerk De diaconie beheert de middelen, afkomstig uit pacht en andere opbrengsten. Jaarlijks wordt een begroting opgesteld en voorgelegd aan de kerkenraad ter vaststelling. De diakenen maken het jaarlijkse collecterooster, dat door de Kerkenraad wordt vastgesteld. De diakenen zijn actief betrokken in het werk van de kerkenraad. De diaconie verzorgt samen met de voorganger de bediening van het Heilig Avondmaal, draagt ook de verantwoording voor de wekelijkse bloemengroet aan zieken, jarigen van 70 jaar en ouder en voor paren die 50, 60, 65, 70 jaar getrouwd zijn, andere jubilea of gewoon als groet aan een gemeentelid. De diaconie in groter verband Primair ligt de verantwoordelijkheid van de diaconie bij de plaatselijke gemeente, maar de diaconie onderkent ook haar taken en verantwoordelijkheid op mondiaal niveau. Daar waar we kunnen ondersteunen we acties. Dit kunnen bijvoorbeeld acties voor vluchtelingen zijn en/of in geval van rampen. Zending en evangelisatie (Z&E) De Z&E commissie wil een lichtpuntje zijn in de Groote Veenpolder door op kleine schaal mensen te ondersteunen bij hun problemen en moeilijkheden. Zij doet dat door een gesprek aan te knopen of een bezoekje te brengen, en door het verspreiden van bijvoorbeeld Elizabethbodes, kalenders en dagboekjes. Ook het houden van de jaarlijkse openluchtdienst op de camping in Scherpenzeel voor de hele Veenpolder is een laagdrempelige vorm van kerkzijn. Vorming en Toerusting Er is een gespreksgroep die onder leiding van de kerkelijk werker circa acht keer per seizoen bij elkaar komt. Daarnaast worden de kerkenraadsvergaderingen geopend met Lectio Divina, of is er tijd en ruimte voor toerusting. Kerkrentmeesters De kerkrentmeesters zorgen voor een verantwoord en transparant financieel beheer. Onze gemeente heeft een kerkelijk werker in dienst met een vast contract voor 40%, het college fungeert in dit geval als werkgever. Het college zet zich samen met de kerkenraad en de gemeente in voor het behoud van de deeltijdfunctie van de kerkelijk werker. Het college van kerkrentmeesters coördineert en bereidt de financiële besluiten voor en legt ze ter goedkeuring en vaststelling voor aan de kerkenraad. Het college vergadert apart van de kerkenraad en gemiddeld 6 maal per jaar. Onderhoud gebouwen De kerk is in 1788 gebouwd en heeft in 1860 een dwarsarm gekregen aan de noordkant. In 1879 kreeg de kerk een toren. De kerk heeft een Van Dam orgel, dat in 1992 is gerestaureerd, en vier gebrandschilderde ramen waarin de familiewapens van zes notabelen te zien zijn. Het kerkgebouw is in de afgelopen jaren een aantal keren gerestaureerd, in 1998 en 2003. In 2006 is de kerkzaal verkleind en het orgel 4 meter naar voren gekomen waardoor er extra vergaderruimte beschikbaar kwam. De kerkrentmeesters zijn verantwoordelijk voor het in goede staat van onderhoud houden van het kerkgebouw. Tweejaarlijks wordt de kerk door monumentenwacht gecontroleerd. Voor het groot onderhoud doen we een beroep op de subsidie uit de SIM (Subsidie Instandhouding Rijksmonumenten) regeling. Deze heeft een looptijd van 2020 tot en met 2025. Aan de hand van het rapport van de monumentenwacht, heeft het SBKG (Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Noord Nederland) een instandhoudingsplan gemaakt. Hiervan worden 60 % van de kosten gesubsidieerd. De andere 40% moet de gemeente zelf opbrengen. Hiervoor wordt jaarlijks een bedrag gereserveerd. Verjaardagsfonds De verjaardag is meestal een feestelijke dag, een dag waarop je felicitaties, cadeautjes en kaartjes krijgt. Ook onze gemeente stuurt op verjaardagen een kaartje aan degenen die hebben aangegeven daar prijs op te stellen en hun kinderen (zolang ze op de basisschool zitten). Dat doet ze al meer dan 35 jaar. Traditiegetrouw wordt dan ook (m.u.v. de verjaardag van de kinderen) om een financiële bijdrage gevraagd. De opbrengsten van het verjaardagsfonds komen ten goede aan het interieur van de kerk. Het college van kerkrentmeesters bepaalt het precieze doel. Begraafplaatsen Het college van kerkrentmeesters heeft drie begraafplaatsen in beheer. Dat zijn de begraafplaatsen in Spanga, Munnekeburen en Scherpenzeel. Alle drie zijn ze nog in gebruik. Zij zorgen dat de begraafplaatsen goed onderhouden worden, een actuele administratie heeft en een actueel reglement. Zij zorgen ervoor dat door een kostendekkende tariefstelling er voldoende financiële middelen zijn om de begraafplaatsen tot in lengte van jaren in stand te houden. Om de exploitatie van de begraafplaatsen te waarborgen willen we deze onderbrengen in een stichting. Deze stichting zal onafhankelijk van de kerk zijn taken uit voeren. Ledenadministratie Een vrijwilliger verzorgt de ledenadministratie, Leden Registratie Protestantse Kerk (LRP). Op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie (GBA) is de Stichting Interkerkelijke Ledenadministratie (SILA) gerechtigd om informatie te ontvangen over de verhuizing van personen die in de GBA met een zogenaamde ‘SILA-stip’ zijn gemarkeerd. De SILA kan vervolgens bepalen van welk kerkgenootschap betrokkene lid is en geeft de informatie door. Als iemand niet in de SILA-administratie wil staan, kan degene bij de SILA-bezwaar maken tegen deze registratie. Let op: als iemand dit doet, moet degene zelf zijn verhuizing doorgeven aan de kerkelijke gemeente waar hij lid van was en weer wil worden. Verzekeringen De kerkrentmeesters zijn verantwoordelijk voor een goede verzekering van het roerend- en onroerend goed, brand, storm, inbraak en W.A. en een verzekering voor de medewerkers en vrijwilligers. Jaarlijks checken zij de verzekeringen op actualiteit en dekking. Communicatie Een goede communicatie is van essentieel belang voor een levende gemeente. In onze gemeente communiceren we met elkaar door middel van het ‘Kruispunt’ (het kerkblad) en via onze website. De editie van het Kruispunt die met kerst verschijnt wordt bij alle inwoners van de Groote Veenpolder bezorgd. De wekelijkse kerkdiensten worden weergegeven in de dorpskrant ‘De Veenletters’ en op de website van De Veenletters, evenals bijzondere gebeurtenissen. In een kastje bij de kerk is een agenda te zien en wanneer de erediensten worden gehouden Archivering Onze gemeente behoort tot de Protestantse Kerk en is volgens de Kerkorde verplicht om een aantal belangrijke feiten vast te leggen in een speciaal boek: doop, belijdenis en huwelijk. Deze feestelijke gebeurtenissen worden ook altijd aangekondigd in het eigen kerkblad. Daarnaast kan het kerkarchief ook van belang zijn voor de plaats en de regio waar de kerk gevestigd is, de zgn. cultuurhistorische waarde. De meest waardevolle cultuurhistorische documenten uit onze kerk zijn opgeslagen bij Tresoar, de grootste erfgoedinstelling van Friesland, gevestigd te Leeuwarden. Daarnaast behoren tot het archief van onze gemeente ook nog veel andere stukken. Dat kunnen vergaderstukken, correspondentie en jaarverslagen zijn, maar ook stukken over bijzondere onderwerpen, zoals documenten over het grondgebied van de kerkelijke gemeente, en over eigendommen en gebouwen. Het archief en de documenten zijn en blijven eigendom van de kerk. Dat geldt dus ook voor archiefstukken die bij kerkenraadsleden thuis liggen, of digitaal in de computer staan. Deze stukken dienen bij hun aftreden netjes overgedragen te worden aan hun opvolger. Het is de verantwoordelijkheid van de kerkenraad of het college van kerkrentmeesters, om te bepalen wanneer archiefstukken moeten worden overgedragen of vernietigd, (zie lijst selectielijst van te bewaren en te vernietigen archiefstukken uit het Handboek kerkelijk informatiebeheer). De (digitale) documenten van de kerkenraad, het college van kerkrentmeesters en de in- en uitgaande correspondentie voor zover van belang dienen jaarlijks vanuit de privébestanden van het secretariaat overgebracht te worden naar het archief. Financiën Jaarlijks stelt het college van kerkrentmeesters een jaarrekening op van het voorgaande jaar, evenals de diaconie. Deze jaarrekening wordt volgens een door het CCBB voorgeschreven stramien opgesteld en dient uiterlijk 15 mei aan de kerkenraad te worden voorgelegd. Na goedkeuring door de kerkenraad stuurt de penningmeester de vastgestelde en ondertekende jaarrekeningen door naar het Classicale College voor de Behandeling van Beheerszaken Friesland (CCBB) ter beoordeling. Voor 15 november wordt de begroting van het volgende jaar opgesteld en ingediend bij het secretariaat van de kerkenraad en eveneens voorgelegd aan het CCBB. Uit de financiële gegevens van de afgelopen 10 jaar (fig. 2) blijkt dat de inkomsten dalen. Oorzaken hiervan zijn een teruglopend ledental door verhuizing, uitschrijven of overlijden, en minder rente- en pachtopbrengsten. Daar tegenover staat dat de uitgaven stijgen. Met als resultaat dat we al enkele jaren de jaarrekening afsluiten met een oplopend tekort. figuur 2 figuur 3 De inkomsten uit kerkbalans zijn stabiel, er zijn anno 2023 nog voldoende liquide middelen aanwezig om de tekorten op te vangen. figuur 4 We zullen moeten onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de tekorten zo klein mogelijk te houden. Mogelijkheden die we kunnen bekijken zijn onder andere hoe we kunnen zorgen dat de opbrengst van kerkbalans hoger wordt, mogelijke samenwerking met een andere gemeente of de kerk vaker verhuren voor vergaderingen of een concert. De geldmiddelen die niet op korte termijn nodig zijn worden zo goed mogelijk weggezet tegen een zo hoog mogelijke rente met een aanvaardbaar risico. Uitwerking Toekomstscenario’s Dit is nog in ontwikkeling. | ||
terug | ||